De EU is al decennia lang een voertuig voor vrede en welvaart in Europa, maar verkeert nu in moeilijkheden. De reactie op de crisis heeft negatieve economische en politieke gevolgen gehad. De beslissing om schulden te subsidiëren in ruil voor bezuinigingen heeft de groei in Zuid-Europa belemmerd. Terwijl de Europese elites meer integratie bepleiten, heeft de reactie op de crisis de steun van de bevolking voor dit alternatief verminderd. Een diepere fiscale unie dreigt de technocratie te intensiveren. De euro kan echter weerstand bieden zolang enkele institutionele hervormingen worden geconsolideerd en de economische groei in Zuid-Europa wordt gereactiveerd.
Vanuit een historisch langetermijnperspectief is de Europese Unie een van de meest merkwaardige politieke creaties van het einde van de twintigste eeuw, een instrument voor supranationale samenwerking dat minder is dan een politieke federatie, maar sterker dan een internationaal regime. Na een halve eeuw gekenmerkt door economische depressie en door twee wereldoorlogen, werd de door het Verdrag van Rome in 1957 opgerichte economische gemeenschap het instrument van een van de langste periodes van vrede en welvaart die het Europese continent ooit heeft gekend.
De Europese Unie verkeert momenteel echter in moeilijkheden, omdat ze niet de harmonie en het welzijn lijkt te kunnen bieden die ze sinds haar oprichting had beloofd.
De aanslepende eurocrisis is de meest prominente manifestatie van deze problemen. Als een slow-motion debacle heeft de crisis de verdeeldheid van de Europese Unie blootgelegd, maar de problemen waarmee de EU te maken heeft, gaan veel verder: de jaarlijkse economische groei van de 28 lidstaten die vandaag de dag de Unie vormen, een daling lang voor de crisis en bedroeg 2,6%, vergeleken met 3,3% in de VS, tussen 1997 en 2006.